woensdag 21 augustus 2013

Hartig taartje met venkel, garnalen en appel

Het kwam zo maar ter sprake. Venkel. Hoe heerlijk dat het is en hoe weinig we het relatief eten.
Het anijzige, dat goed naar voren komt bij het snijden of schaven, dat weer naar de achtergrond verdwijnt na het blancheren maar altijd blijft roepen 'Hier ben ik, joehoe!'
Venkel met sinaasappel, daar hadden we het ook over, een klassieker. Zodra je het één keer gegeten hebt weet je ook meteen waarom klassiekers klassiekers zijn. Onweerstaanbare combinatie.

Het is ook weer restjes opmaak tijd en ik had nog garnalen in de vriezer, en bladerdeeg. Een Granny Smith op de fruitschaal. Een salade met garnalen, venkel en appel is al waanzinnig lekker, laten we het maar eens in een taartje stoppen. Schot in de roos zeg!

Als je het maakt, gebruik dan rauwe garnalen. Voorgekookte worden taai en droog en daar zijn wij in ieder geval niet zo van gecharmeerd. Dan weten jullie dat.




De hoeveelheid is voldoende als hoofdgerecht voor 2 à 3 personen. Als lunch voor 4.

Je hebt nodig:
 4 plakjes bladerdeeg - ongeveer 250 gram rauwe garnalen - 1 kleine venkelknol - 1/2 zure appel  Granny Smith oid) - 1/2 el kappertjes - 200 ml crème fraîche - 2 eieren - 1 el water/witte wijn/ noilly prat/ pastis (kies maar) - peper - zout -  2 tl gedroogde dilletopjes- 1/4 tl gemalen venkelzaad - quichevorm van 22 cm

Als je diepvriesgarnalen hebt ontdooi ze en dep goed droog met keukenpapier. Leg afgedekt weg in de koelkast tot gebruik.
Snij de venkel in dunne plakjes. Breng met wat water aan de kook en kook ze 2 minuten zodat ze iets zachter zijn. Spoel af met koud water. Laat goed uitlekken, dep eventueel verder droog.

Klop de eieren los met water of 1 van de andere bovengenoemde mogelijkheden. Roer de crème fraîche erdoor. Breng op smaak met peper, zout, dilletopjes en venkelzaad.
Schil een halve appel, verwijder klokhuis en snij in dunne schijfjes.

Vet  je vorm in. Rol het bladerdeeg uit tot een ronde lap net wat groter als je vorm. Leg erin. Bedek de bodem met plakjes appel, verdeel de venkel erover en vervolgens de garnalen en de kappertjes.
Giet nu het crème fraîchemengsel erin. Frommel het overhangende deeg langs de rand van je vorm.

Schuif in een oven van 175 graden en bak gedurende 50 à 60 minuten. Exacte baktijden zijn altijd lastig aan te geven. Iedere oven werkt nu eenmaal anders. Zodra het mengsel is gestold en de randen van het deeg knapperig zijn nader je het eindpunt. Zelf laat ik het dan nog zo'n 10 minuten langer in de oven staan om er zeker van te zijn dat ook de bodem gaar is.

Variatie: Bak het taartje zonder de garnalen maar wok die even apart en verdeel ze vervolgens over het in punten gesneden taartje.
Geef er altijd nog iets van een salade bij.

dinsdag 20 augustus 2013

Simpele salade met kikkererwten

Op de een of andere manier wil het maar niet vlotten met die kikkererwt. Waar bruine bonen, kapucijners of de witte al dan niet regelmatig bij velen op tafel staat, de kikkererwt krijgt maar bedroevend weinig aandacht. Dat vind ik jammer.
Daarom nu een hele simpele salade met deze knapperige jongens die echt wat toevoegen aan smaak en structuur in je mond. Veel fratsen heb je er niet bij nodig, gewoon een goede olijfolie, liefst een beetje groen en grassig, een plens citroensap en wat kruiderijen.
Voor een wat uitgebreidere versie voeg je simpelweg een beetje feta toe, oude kaas is ook zeer smakelijk. Een olijfje, wat kappertjes. Denk eens aan ansjovis of een mooie droge ham. Gedroogde abrikozen, cranberries. Afijn, je ziet maar.
Waar het mij vandaag om gaat; koop toch eens wat vaker die kikkererwten, niemand wil een muurbloempje zijn.



Je hebt nodig:

! blikje kikkererwten van 450 gram - 1 rode ui - 1 tomaat - gemengde sla -  1/2 citroen - 3 el olijfolie - 1/2 teentje knoflook -peper en zout - gemalen chilivlokken - verse kruiden als bieslook, oregano, basilicum, citroentijm, pimpernel (Deze heb ik zelf in de kruidentuin staan en daarom in deze salade gebruikt). Gebruik gerust peterselie of koriander.

Laat de kikkererwten uitlekken. Snij de ui in dunne ringen en halveer het weer. De tomaat in stukjes.
Maak een dressing van de olijfolie, het sap van ongeveer een halve citroen ( even proeven of je het niet te zuur vindt, dat verschilt natuurlijk per persoon), een uitgeperst half teentje knof,wat zout, peper en gemalen chilivlokken.
Meng de sla, kikkererwten, ui en tomaat met de dressing.
Was de kruiden, droog met wat keukenpapier en knip de bieslook over de salade heen. Trek de blaadjes van de oregano en citroentijm, strooi het erover. Basilicumblaadjes kun je het beste scheuren.

Voeg vervolgens toe wat je lekker vindt of eet het zo op zoals wij deden.

Zin in meer kikkererwten? Probeer dan de kikkererwten in tomatensaus eens!

zondag 18 augustus 2013

Broodje stoofvlees met balsamico en zoetzure ui

Vrijdag, broodjesdag, meestal althans. Eigenlijk was ik op zoek naar diverse soorten relish, pickles en andersoortige inmaak ideetjes. Daarbij stuitte ik op het marineren van rode ui in warme azijn met suiker en zout. Tien minuutjes laten staan en klaar.
Supersimpel en een beproefde manier. Eigenlijk precies hetzelfde zoals ik doe met warme bietjes om vervolgens af te laten koelen en te verwerken tot salade.
Bij die uien hoorde een broodje. Een broodje met vlees gestoofd in balsamicoazijn en besmeerd met mierikswortelcrème, de uien er bovenop en happen maar. Ja, die wil ik voor het vrijdagse broodje!

Dus krijgen jullie eigenlijk drie recepten in 1, is dat even boffen :)



Met deze hoeveelheid stoofvlees kun je vier stokbroodjes maken. En trouwens, dit vlees smaakt natuurlijk ook verrukkelijk bij de hutspot die over een paar maanden vast weer op tafel komt,gewoon bij een aardappeltje of door de pasta .
Tja, stoofvlees is niet 1,2,3 klaar maar veel omkijken heb je er ook niet naar. Je kunt het in 8 à 10 uur in de oven gaar laten worden op zo'n 95 graden. Of je geeft het gedurende een uur een stevige boost in een oven van 200 graden en draai daarna terug naar 150 om na een uur af te zakken naar 125. Zo krijg je dit stukje vlees in 4 uur helemaal zacht, mals en gaar.





Voor het stoofvlees heb je nodig:

Een riblap van om en nabij de 600 gram - 80 ml balsamicoazijn - 300 ml vleesbouillon - 3 teentjes knoflook - 1 flinke rode ui - takje rozemarijn - 1 laurierblaadje - 1 tl suiker (optioneel)

Verwarm de oven voor op 200 graden voor de snelle manier of op 95 graden voor een dagje sudderen.

Schil de ui en hak in grove stukken.
Leg de riblap in een ovenbestendige pan met deksel. Zelf gebruik ik hiervoor pannen van Creuset. Zolang het een dikke bodem heeft is het goed. Geen aluminiumpannen gebruiken.
Bestrooi met wat zout en peper.
Schenk hier de azijn en vleesbouillon op. Leg de ui erbij en de gepelde teentjes knoflook, blaadje laurier en de rozemarijn.Eventueel de suiker toevoegen.

Deksel er op en de oven in.
Ga je voor snel, haal na een uur de deksel even van de pan en schraap voorzichtig de aanbaksels van de zijkant en roer door het vocht. Dat geeft extra smaak aan de jus!
Deksel er weer op. De temperatuur verlagen naar 150 graden. Na een uurtje weer even kijken en procedure herhalen. Temperatuur verlagen naar 125 graden. Het vlees wordt al zacht. Trek het als dat al mogelijk is het alvast in kleinere stukken.

Nu regelmatig kijken en het vlees steeds verder in draadjes trekken. Natuurlijk even proeven. Zodra het vlees helemaal gaar is en letterlijk draadjesvlees is geworden zet je de oven uit als je het vlees op een later tijdstip wilt gebruiken. Je warmt het dan simpelweg even op op een laag vuurtje. Of als je meteen aan wil vallen laat je het in de oven staan op een temperatuur van 75 graden.

We gaan verder met de uien. Daar is werkelijk niks aan, echt een eitje.



Je snijdt twee rode uien in dunne ringen.
Verwarm 220 ml witte wijnazijn met 1 eetlepel suiker en 1 tl zout in de magnetron of in een klein pannetje.
Zodra het heet is, het hoeft niet te koken, giet je het over de uienringen. Schep het goed om en laat tien tot vijftien minuten marineren.
Het vocht niet weggooien want bij het broodje geven we natuurlijk wel wat groenvoer en deze marinade is meteen een geweldige dressing.

Tot slot maken we een sausje van 2 eetlepels crème fraîche met 2 eetlepels mayo en een halve eetlepel mierikswortel. Wat zout en peper erbij. That's all.
In plaats van mierikswortel kun je ook mosterd gebruiken..

Bak de broodjes af, halveer ze, bestrijk met flink wat van de saus. Verdeel er lekker wat vlees over, wat uienringetjes erop en eventueel nog wat versgeknipte bieslook.

In de pan zit nu heerlijke jus, voor de echte liefhebbers giet je wat jus in een kommetje voor extra dipgenot.
Geef de rest van mierikswortel cq mosterdsaus er apart bij plus wat sla met de overgebleven marinade van de uien.


donderdag 15 augustus 2013

Tomaten - appelchutney uit de 'Curry Bijbel'

Laatst zei ik al dat ik zo blij was dat de  'Curry Bijbel' weer terug in huize Eetlust was. Dan is het uiteraard niet de bedoeling dat zo'n boek in de boekenkast verdwijnt om een beetje mooi te staan wezen, nee er moet uit gekookt worden.
Met een immer voor nieuwe recepten in zijnde dochter met een vriend die lekker eten ook niet schuwt als aanschuivers aan onze tafel was de keuze niet zo moeilijk.
Ik zoek 'gewoon' een recept of wat uit dit boek.  Juist...afijn lees mijn stukje over de Curry Bijbel van Madhur Jaffrey maar eens als je het je ontgaan is en dan snap je dat dat niet zo eenvoudig is.

In ieder geval wilde ik een chutney maken als begeleider bij een kipcurry met verschillende kerriemengsels en daar bovenop ook nog eens cayennepeper, nou dan weet je het wel. De twee door mij extra toegevoegde eetlepels kokosmelk waren welkom kan ik je verzekeren.

Na wat heen en weer getwijfel besloot ik een tomaat-appelchutney te maken, weer eens wat anders en echt een kind kan de was doen. Buiten dat erg handig aangezien je geen tomaten hoeft te ontvellen maar heel simpel tomaten uit blik gebruikt. Met tomaten uit blik is helemaal niks mis, ik gebruik ze bijna altijd bij het maken van pastasauzen, tomatensoep en dergelijke.

Dit Brits-Indiase recept is een bewerking van een gerecht dat gepubliceerd werd in 1861 in een dun kookboekje genaamd 'Indian Cookery' en geschreven door Richard Terry. Hij was chef de cuisine van de destijds buitengewoon populaire  Oriental Club in Londen. Als je bij de ingrediënten kijkt zie je dat er gemberpoeder wordt gebruikt in plaats van verse, Madhur Jaffrey vertelt dat dat in die tijd heel normaal was.

O ja, op het laatst voeg je aan deze chutney nog drie tot vier  in ringetjes gesneden groene chilipepertjes toe, dát heb ik maar achterwege gelaten. Eindresultaat; een zoetzure kruidige chutney waarbij tomaat en appel heel fijn samen spelen.



Het recept heb ik gehalveerd, want stel je voor dat het niet te pruimen is dan zit je mooi opgescheept met een lading chutney. Verdubbel het gerust. Een potje is gisteren schoon opgegaan, een ander verdween in de tas van dochter.

Dit heb je nodig voor ongeveer een halve liter:

2 blikken gepelde tomaten van 400 gram (uitlekgewicht 225 gram) - 2 Granny Smith of andere zure appel - 175 ml appelazijn - 175 gram donkerbruine basterdsuiker - 1 tl cayennepeper - 2 kleine teentjes knoflook - 2 tl gemberpoeder - 2 tl zout - 3 el sultanarozijnen.

Maken:

Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snij ze vervolgens in kleine blokjes.
Giet het sap van de tomaten grotendeels af en schudt de tomaten in een pan. Leg de appelstukjes erbij. Giet de appelazijn erbij, voeg basterdsuiker, cayennepeper, gemberpoeder en zout toe.
De knoflook pers je erboven uit.  Breng alles aan de kook, zodra het kookt zet je het vuur laag en laat je alles een klein uurtje pruttelen en indikken.
Terwijl het pruttelt druk je met een lepel de tomaten zoveel mogelijk in stukjes. En regelmatig roeren natuurlijk!
De chutney is goed zodra het op de bolle kant van een lepel blijft liggen. Hou er wel rekening mee dat het tijdens het afkoelen nog verder indikt.
Zodra de chutney bijna klaar is roer je de rozijnen erdoor, een paar minuutjes meewarmen en dan mag het vuur uit.

Laat het grotendeels afkoelen en schep het vervolgens in potjes.

Bron: Maddhur Jaffrey - Curry Bijbel

vrijdag 9 augustus 2013

Tomaten- kippensoep met mais en cheddar

Souplovers zijn we. Regelmatig zitten we met een kom voor onze neus. Alleen niet als de mussen dood van het dak vallen, dan moet ook ik er even niet aan denken. Alhoewel... dan maak ik nog wel eens een koud soepje. Heerlijk op bijna ieder moment van de dag.

Zoals zoveel mensen ben ook ik regelmatig op Pinterest te vinden om ideeën op te doen. Als ik alles zou moeten maken wat ik inmiddels op mijn  borden heb geplaatst... dan kan ik wel een paar jaar vooruit en dan heb ik het nog niet eens over de ellenlange waslijst met recepten van andere bloggers.
Gisteravond moesten we nog even weg en aten daardoor vroeger dan normaal. Een perfect moment voor soep!
Al enige tijd wilde ik een chicken tortilla soup maken, enorm veel  recepten kun je daar van vinden in even zovele variaties. Wij houden best van pittig maar sommige recepten gingen me toch wel wat ver met tien pepers en een pond kaas voor anderhalve liter soep. Of een halve eetlepel cayennepeper plus een eetlepel chilipoeder en een halve cup fijngesneden pepers. Er zijn grenzen aan wat een mens kan verdragen.

Uiteindelijk heb ik een eigen versie gefröbeld, lees tig recepten door elkaar gegooid. Zonder tortilla's maar met nachos. Resultaat een fantastisch soepje , dat waren de woorden van de husband hè zelf zeg ik dat natuurlijk noooit over mijn verzinsels, pittig maar niet te, romig door de kaas, een crunch van de nachos. Een blijvertje dit!



Je hebt nodig voor 4 personen:

1 kipfilet van ongeveer 200 gram - 1/2 liter kippenbouillon om de kip in te pocheren - blik tomatenblokjes - 2 el olie -1 liter kippenbouillon - stukje cheddar van ongeveer 175 gram (niet die plastic plakjes!) - klein blikje mais - 1 flinke ui - 2 teentjes knoflook - 2 à 3 rode Spaanse pepers - 1 tl cayennepeper -  1 tl gemalen komijn - 2 tl gedroogde oregano - 2 el limoensap - 1 1/2 el maizena - zak nachos.

Zo maak je het:

Breng een halve liter kippenbouillon aan de kook in een klein pannetje. Zet vervolgens het vuur laag. De bouillon mag nu niet meer koken. Leg de kip erin, de kip moet helemaal onderstaan,  en pocheer een minuut of 5. Zet vervolgens het vuur uit, leg een deksel op de pan en laat de kip verder doorgaren. Dit zal nog een minuut of 5 à 10 in beslag nemen. Afhankelijk van de dikte van je kip. Resultaat: sappige kipfilet. Haal het vervolgens uit de pan, laat een beetje afkoelen en trek de kip vervolgens in smalle reepjes/vezels. Snij het daarna nog even wat fijner.

Snipper de ui en hak de teentjes knoflook fijn. Verwijder de zaadlijsten uit de pepers en snij ze klein. Voor wat extra hitte kun je ook besluiten om wat zaadjes mee te laten koken in de soep.
Verwarm in een flinke pan de olie op middelmatige hitte. Ui, knoflook en rode pepers erin en 10 minuutjes zachtjes fruiten.
Doordat je de olie niet te heet maakt zal de knoflook ook niet verbranden. Verbrandde knof is zo vies.

Cayennepeper, komijn en de oregano mogen erbij. Roer het even door. Trek het blik tomatenstukjes open en giet de inhoud in de pan. Een liter kippenbouillon erbij, twee eetlepels limoensap plus de mais en de stukjes kip, goed doorroeren en  aan de kook brengen.
Verminder daarna de hitte en laat zachtjes een kwartiertje pruttelen.

Een mooi moment om de cheddar te raspen. Voeg het daarna toe aan de soep en laat het onder regelmatig roeren smelten. Net of je kaasfondue aan het maken bent. Zorg ervoor dat de kaas niet aan de bodem vast gaat plakken en branden.Roer anderhalve eetlepel maizena tot een papje met wat water.
Giet het in de soep en blijf roeren tot de soep gaat binden.Laat nog een kleine vijf minuten zachtjes pruttelen. Wel blijven roeren.

En toen was de soep klaar! Schep het in kommen, breek er een paar nachochippies boven en geef de rest er apart bij.
Eet smakelijk!

woensdag 7 augustus 2013

Lezen en koken: Madhur Jaffrey - Curry Bijbel

Het is alweer eventjes geleden dat ik jullie voorstelde aan een boek uit mijn boekenkast. Met dit boek ging dat ook lastig want ofschoon ik het al een paar jaar in bezit heb, was het uit logeren. Sinds het afgelopen weekend is het weer thuis en jeu ik ben blij! Om maar meteen met slecht nieuws te komen, het boek is inmiddels erg lastig verkrijgbaar. Engelse versies zijn nog te koop maar voor een boek in het Nederlands moet je de tweedehands markt op. Toch kon ik het niet nalaten om dit boek  met jullie te delen.

Madhur Jaffrey verzamelde meer dan 200 recepten. Niet alleen uit India, ook uit onder meer Thailand, Zuid-Afrika, Maleisië, Indonesië, Kenia en Guyana. Wat het boek extra aantrekkelijk maakt is de gedetailleerde achtergrondinformatie.
Jaffrey heeft zowel in Engeland als de VS gewoond en reisde daarnaast over de hele wereld waardoor ze op zes continenten curry's heeft kunnen proeven en ontdekken. Gerechten die allemaal hun oorsprong in India hebben.



India is lang onderdeel geweest van het Britse Rijk. Indiërs zwermden al dan niet vrijwillig uit over de hele wereld. Maar vergeet ook de Nederlanders niet, zij waren van de 17e tot de 19e eeuw verantwoordelijk voor het transport van bijna 40.000 slaven naar Zuid-Afrika. Deze slaven werden tewerkgesteld in de akkerbouw, de wijnbouw maar dienden ook als huisslaaf. Hierdoor kwam de Indiase keuken ook op de andere continenten terecht. De vertrouwde ingrediënten waren uiteraard niet overal verkrijgbaar en zo ontstonden nieuwe varianten. Maar ook de bevolking ter plaatse maakte kennis met de Indiase gerechten en gaf er wederom een eigen draai aan.
In iedere curry waar ter wereld ook gemaakt zit de Indiase rode draad ontdekte Jaffrey. Ze beschrijft de culinaire geschiedenis vanaf de prehistorie, een fascinerend hoofdstuk van 26 pagina's.


Al in de 16 eeuw werd er in Britse geschriften verwezen naar curry's en  in 1747 werd er een recept opgenomen in de vijfde druk van The Art of Cookery Made Plain and Easy van Hannah Glasse.
Wat 'De Chinees' is hier in Nederland, zijn het in Groot-Brittannië de Indiase restaurants.Al in 1809 opende in Londen het eerste restaurant, het bleek toch wat te voorbarig ondanks de liefde van de Brit voor de curry en het sloot dan ook alweer in 1812.

Los van al deze wetenswaardigheden besteedt Jaffrey ook uitgebreid aandacht aan productkennis vaak nog overgoten met een persoonlijk sausje, een legende of nog wat extra geschiedenis.

En dan de recepten. Ofschoon het  Curry Bijbel heet omvat het veel meer. Droge curry, natte curry, lange bereidingswijzen, snel klaar versies, chutney, relish, van vlees tot vis, gevogelte, groente, peulvruchten  en ei, het staat er allemaal in. Maak je eigen kerriemengsels, kerriepasta en Indiase platbroden. Ga los met chutney, pickles, raita en rijstgerechten. Trek Nepalese kaneelthee of maak een frisse gember-lassi..
Nieuwsgierig naar Maleisische garnalensoep met noedels of  Gujarati-mangosoep? Een heel hoofdstuk is gewijd aan de kebab, de spiezen met kruidige gegrilde vis, lam, rund of gevogelte.

Sommige recepten bevatten een waslijst aan kruiden en specerijen, laat je daar niet door weerhouden, het gros heb je vast al in huis en de rest is bij de toko verkrijgbaar of anders  bij een specialist in kruiden als De Kruidenkaravaan.
Het boek bevat veel foto's maar mensen die bij ieder recept een plaatje wensen moet ik teleurstellen. Het 352 pagina dikke boek zou daardoor ook niet meer te hanteren zijn.
De uitleg van de recepten is bondig en duidelijk, keurig verdeeld in stappen. Dat geldt ook voor  de ingrediëntenlijsten. Dat maakt het boek geschikt voor iedereen die houdt van deze geurige gerechten.

Voor mij is dit een perfect boek, het beste uit twee werelden. Een stuk geschiedenis, productinformatie, een persoonlijk tintje en de mooie authentieke recepten waar je een leven lang plezier van hebt.


Madhur Jaffrey - Curry Bijbel, 2004, Kosmos Z&K Uitgevers,  ISBN 90-215-4295-1



maandag 5 augustus 2013

Duitse Uienplaattaart

De neven en  nichten gingen weer op culireis en wel naar Duitsland.
Na ons uitstapje naar Albanië kwam dit grote land uit de hoge hoed. Keus genoeg. Een cliché als Currywurst rolde natuurlijk meteen over tafel. Ook de Sauerkraut en de Kartoffelsalat.
Gelukkig duurde het nog even. De taken werden verdeeld en ik mocht een warm voorgerecht verzinnen.
Zoveel mensen, zoveel verschillende smaken en voorkeuren. De één is niet dol op dit, de ander vindt dat niet te pruimen, je moet er allemaal rekening mee houden.
Maar waar het allemaal om draait op zo'n avond is natuurlijk de gezelligheid, lekker bijkleppen, veel lachen en waar nodig een serieus randje. Het eten wordt met liefde gemaakt. Meer ingrediënten hebben we niet nodig.



Zwiebelkuchen oftewel uientaart, veel varianten kwam ik tegen. Uit Beieren, Franken. de Pfalz, de Harz, de Moezel en allemaal net wat anders. Deeg met gist, zonder gist,met kümmel en zonder, ham of spek, zo dun als een pizza of dikke punten. Keus genoeg dus. Eigenwijs als ik ben heb ik er weer een mengelmoesje van gemaakt, Het deeg van de één, vulling van de ander, kruiderijen uit weer een ander recept. Dan moet het wel een Duitse taart worden :)
De dikke punten doen we maar niet, er moet nog meer gegeten worden per slot van rekening. Maar een plaattaart kan altijd. Doordat er geen kaas wordt gebruikt is het ondanks boter, eieren, zure room en crème fraïche vrij licht.

Voldoende voor 12 personen als lunch, voorgerecht of snack. Snij het nog een keer doormidden en je hebt zelfs 24 stukjes om uit te delen.
Ik heb een bakplaat van 50x 30 cm gebruikt, heb je een kleinere oven dan gebruik je gewoon twee bakplaten.

Je hebt nodig voor het deeg:
500 gram bloem - zakje droge gist van 7 gram - 95 gram roomboter - 250 ml lauwe melk - 6 gram zout - 3 gram suiker

Voor het beleg:
ongeveer 1200 gram uien - 400 gram spekreepjes -  250 gram zure room - 250 gram crème fraîche - 4 eieren - 1/2 tl cayennepeper - 1/2 el oregano - nootmuskaat - 1 el karwijzaad (Kümmel)  - peper en zout

Zo maak je het:

Kneed van de bloem, gist, boter in stukjes, de melk, het zout en de suiker een soepel deeg. Het gaat fijn in je keukenmachine of in de broodbakmachine. Bij de laatste gebruik je alleen de stand kneden.
Maak er een bal van, leg het in een kom, dek af met wat licht ingevet plasticfolie en laat rijzen tot he tin volume is verdubbeld. Dat duurt ongeveer een uurtje.

In dat uur ga je de uien schillen en in dunne ringetjes snijden die je vervolgens weer halveert. Zakdoeken bij de hand! Bak ze op een laag vuurtje in een klein scheutje olie zacht en glazig. Breng op smaak met wat zout en peper.

De spekblokjes in een droge koekenpan uitbakken, ze hoeven niet helemaal krokant te zijn. Laat ze uitlekken op een paar lagen keukenpapier.

Roer de crème fraîche en zure room los met de eieren. Klop tot een homogeen geheel en roer er vervolgens de oregano, kümmel en cayennepeper door. Rasp er wat nootmuskaat boven, niet te veel. Nog wat zwarte peper erboven malen.

Verwarm de oven voor op 175 graden. Als je hetelucht gebruikt verwarm je voor op 150 graden.

Bekleed de bakplaat met bakpapier. Rol het deeg uit tot een grote rechthoekige lap van maximaal een halve centimeter dik en leg het erin. Als je twee bakplaten gebruikt, deeg even halveren en vervolgens uitrollen. Snij het overtollige deeg weg
Maak een klein opstaand randje. Dek af en laat nog een kwartiertje rusten.
Verdeel de uien erover, vervolgens de spekblokjes en dan giet je langzaam het roommengsel erover.

Schuif in de oven en bak in ongeveer 45 minuten gaar. Kan iets langer zijn, of iets korter, dat is een beetje afhankelijk van je oven. Zodra het roommengsel gestold is kom je al aardig in de richting, zelf laat ik het dan nog een minuut of 10 in de oven staan zodat de bodem in ieder geval gaar is.

Laat een beetje afkoelen en snijd vervolgens in 12 stukken of 24. Warm smaakt het 't beste.
Knip er eventueel nog wat bieslook over.